Weigering toegang medisch dossier? Geldige stopzetting loon!

In het kader van de Wet Verbetering Poortwachter heeft de werknemer geen recht op loon als hij of zij weigert mee te werken aan de door de werkgever (of diens medisch deskundige, lees: bedrijfsarts) gegeven redelijke voorschriften of maatregelen die gericht zijn op het verrichten van passende arbeid. Een logische vervolgvraag hierop is natuurlijk wat dan een redelijk voorschrift en of maatregel is?

Eerder dit jaar heeft het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch zich gebogen over de vraag of het verzoeken om een medische machtiging door de bedrijfsarts van de werkgever bij de werknemer, zodat de bedrijfsarts contact kan opnemen met de behandelend arts van de werknemer, een redelijk voorschrift in de zin van de wet is geweest.

Een saillant detail daarbij is dat in deze zaak de werknemer eerder al schriftelijke informatie van haar behandelaar aan de bedrijfsarts heeft verstrekt, maar de bedrijfsarts vond deze informatie onvoldoende en wilde nader contact met de behandelaar van de werknemer. De werknemer heeft echter het verzoek van de werkgever (via haar bedrijfsarts) tot het verstrekken van de machtiging, geweigerd en om die reden is de werkgever overgegaan tot stopzetting van de loonbetaling. De werknemer heeft zich hiertegen verzet en is een procedure tegen de werkgever gestart.

Uiteindelijk is in hoger beroep door het Hof het verzoek om de machtiging gekwalificeerd als een redelijk voorschrift in de zin van de wet. Het enkele feit dat de werknemer op schriftelijke wijze informatie van haar behandelaar naar de bedrijfsarts heeft gestuurd, brengt niet met zich dat de bedrijfsarts geen overleg mag en kan voeren met de behandelaar zelf. Ook de reden van de werknemer dat mondeling de persoonlijke situatie nog wel eens anders geïnterpreteerd zou kunnen worden, heeft het Hof niet voldoende geacht om het verzoek te weigeren. Klaarblijkelijk heeft de werknemer met de gedachte gespeeld dat in de richtlijnen van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) staat vermeld dat het contact tussen de bedrijfsarts en de behandelend arts (in beginsel) schriftelijk verloopt.

Het is inmiddels ook vaste rechtspraak dat een arbeidsongeschikte en of een zieke werknemer gehouden is om een medische machtiging te verstrekken aan de betreffende bedrijfsarts, maar (nog) niet dat deze machtiging ook betrekking mag en kan hebben op nadere mondelinge inlichtingen tussen enerzijds de bedrijfsarts, namens de werkgever, en anderzijds de medisch specialist, namens de werknemer. Het Hof heeft deze zogenaamde verruiming van het begrip machtiging nu bekrachtigd, wat overigens in de eerder genoemde richtlijnen van de KNMG ook niet onmogelijk wordt gemaakt.

Dit arrest bevestigt nogmaals dat het weigeren van medewerking in het kader van de re-integratie, waaronder het vaststellen van het ziektebeeld van de werknemer alsook de eventuele mate van arbeidsongeschiktheid, grote financiële gevolgen met zich kan brengen voor de werknemer, maar daarentegen kansen biedt voor de werkgever om druk uit te oefenen op de medewerking van de werknemer. Voor beide partijen is het van belang om in dergelijke situaties zorgvuldig te handelen en zich goed voor te bereiden.

Wilt u meer over dit onderwerp weten, dan kunt u contact opnemen met mr. J.W.L. Vader.

 

Meer informatie?

Heeft advies of meer informatie nodig over dit onderwerp? Neem dan gerust en vrijblijvend contact op met CKH Advocaten.

Naam(Vereist)

Deze blog is geschreven door

Gerelateerde berichten