Exhibitionisme in het recht

Na het lezen van deze titel zal je als lezer ongetwijfeld denken “exhibitionisme in het recht?”, “gaat dat over naaktlopers ofzo?”. Maar niets van dat. Exhibitie is de verplichting tot openleggen van stukken en bescheiden; artikel 843a Rv. En dat kan soms verdraaid handig zijn.

Wanneer een partij bekend is met de inhoud van een schriftelijk bewijsmiddel maar deze niet in zijn bezit heeft kan hij, wanneer hij deze in een procedure zou willen overleggen, een vordering op grond van artikel 843a Rv instellen. Deze vordering kan zowel in een lopende procedure worden ingesteld als voorafgaand aan een procedure. Hierbij bepaalt artikel 843a lid 1 Rv het volgende:

Hij die daarbij rechtmatig belang heeft, kan op zijn kosten inzage, afschrift of uittreksel vorderen van bepaalde bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarin hij of zijn rechtsvoorgangers partij zijn, van degene die deze bescheiden te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft. Onder bescheiden worden mede verstaan: op een gegevensdrager aangebrachte gegevens.

Er moet dus worden voldaan aan drie voorwaarden: (i) er moet een rechtmatig belang zijn bij inzage, uittreksel of afschrift, (ii) het moet gaan om bepaalde bescheiden, en (iii) het moet gaan om bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarin de aanvrager partij is.

(i) Rechtmatig belang
Iemand heeft belang bij het opvragen van stukken als deze relevant zijn voor zijn rechtspositie. Het gaat daarbij in de eerste plaats om een bewijsbelang die dient te corresponderen met de op hem rustende bewijslast. Het ligt daarbij op de weg van de verzoeker om voldoende concrete feiten en omstandigheden te stellen waaruit dit belang blijkt. Het komt er hierbij in beginsel op aan of een partij een onredelijk voordeel geniet dan wel of haar wederpartij een onredelijk nadeel lijdt, doordat een bepaald (bewijs)stuk in de procedure niet als bewijsmiddel ter beschikking komt. Betoogd wordt dat de verzoeker bij ieder opgevraagd stuk een rechtmatig belang dient aan te tonen.

(ii) Bepaalde bescheiden
Nu er geen sprake is van een algemeen inzagerecht dient de verzoeker de opgevraagde bescheiden met naam en toenaam te benoemen. Deze specificering is noodzakelijk om te kunnen beoordelen of de verzoeker een rechtmatig belang heeft bij inzage. Het mag dus niet een visexpeditie worden, waarbij er zomaar ‘op los’ wordt gevraagd. De toelichting bepaalt dat het ook kan gaan om gegevens op andere gegevensdragers dan papier zoals film, foto, cd-rom, dvd, geluidsbanden, computerbestanden, e-mail, USB-stick, tachograafschijf.

(iii) Aangaande een rechtsbetrekking waarbij verzoeker partij is
Het recht is alleen toegekend met betrekking tot bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarin de verzoeker partij is. Het enkel hebben van een rechtens relevant belang is hierbij niet voldoende.

Wordt een op grond van artikel 843a Rv gedaan verzoek afgewezen, dan kan een partij die de verzochte bescheiden onder zich heeft overigens nog lang niet achterover gaan leunen. Want er zijn ook nog andere mogelijkheden binnen het recht om iemand te verplichten tot het overleggen van stukken en bescheiden. En de rechter kan ook uit zichzelf, op grond van artikel 22 Rv, bevelen de voor het geschil relevante bescheiden over te leggen.

Tot slot; de bepalingen betreffende de exhibitieplicht (op dit moment ‘weggezet’ in een vergaarbak van rechtsartikelen) zullen naar verwachting binnen afzienbare tijd worden verplaatst in het wetboek (Wetsvoorstel exhibitieplicht, artikelen 162a t/m 162c Rv) en krijgen daardoor een plek tussen de overige bewijsmiddelen. Heeft u nog vragen of wilt u meer informatie over dit onderwerp? Neem dan contact op met mr. E. Hoekstra op nummer 072 – 511 40 32 (keuzeoptie 2) of hoekstra@ckh-advocaten.nl.

Meer informatie?

Heeft advies of meer informatie nodig over dit onderwerp? Neem dan gerust en vrijblijvend contact op met CKH Advocaten.

Naam(Vereist)

Deze blog is geschreven door

Gerelateerde berichten