Letselschade na fietsongeval

Letselschade na fietsongeval

Het aantal verkeersslachtoffers met ernstig letsel is in tien jaar tijd (2012-2021) met 18 procent gestegen, blijkt uit recent onderzoek van VeiligheidNL, kenniscentrum voor letselpreventie. In 2021 zijn 110.000 verkeersslachtoffers behandeld op de Spoedeisende Hulp (SEH) afdeling, waarvan 66.600 met ernstig letsel. Twee derde van de verkeersslachtoffers die in 2021 op de SEH-afdeling werden behandeld was een fietser. Een derde van de slachtoffers met ernstig letsel was een fietser van 55 jaar of ouder.

Stijging in het aantal letsels na een ongeval met de elektrische fiets

De opkomst van de elektrische fiets heeft te gelden als één van de belangrijkste oorzaken van deze stijging. In het vervolgonderzoek fietsongevallen 2021 zien we in de leeftijdsgroep van 12-17 jaar meer SEH-bezoeken als gevolg van een ongeval met een elektrische fiets ten opzichte van 2016 (22% versus 4%). Dit onderzoek wijst tevens uit dat slachtoffers die op een elektrische fiets reden een verhoogd risico lopen op een letsel waarvoor een SEH-behandeling nodig was dan slachtoffers die op een gewone fiets reden.

Het is mogelijk dat u als fietser betrokken raakt bij een verkeersongeval. In deze blog zal ik toelichten wat in dat geval uw rechten zijn.

Artikel 185 WVW

Artikel 185 van de Nederlandse Wegenverkeerswet 1994 (WVW) regelt de bescherming van ‘zwakke verkeersdeelnemers’ bij een aanrijding met ‘sterke verkeersdeelnemers’. De achterliggende gedachte van dit artikel is dat zwakke (ongemotoriseerde) verkeersdeelnemers, waaronder fietsers, ten opzichte van sterke (gemotoriseerde) verkeersdeelnemers, waaronder auto’s en scooters, meer bescherming behoeven. In het geval van een aanrijding tussen een sterke en zwakke verkeersdeelnemer, moet de sterke verkeersdeelnemer op grond van artikel 185 WVW dan ook in beginsel de schade van de zwakke verkeersdeelnemer vergoeden.

Overmacht

Bij een aanrijding tussen een fietser en een motorrijtuig is de bestuurder van het motorrijtuig in beginsel altijd aansprakelijk. Slechts wanneer er sprake is van overmacht is dit niet het geval. Dit is echter in (zeer) uitzonderlijke gevallen aan de orde. Een beroep op overmacht gaat slechts op als aannemelijk wordt gemaakt dat de bestuurder ‘rechtens geen enkel verwijt’’ kan worden gemaakt ter zake de wijze waarop hij aan het verkeer heeft deelgenomen. De bestuurder mag zelf geen enkel verwijt treffen en daarnaast dient hij rekening te houden met mogelijke fouten van andere verkeersdeelnemers. Slechts in het geval dat die fouten zo onwaarschijnlijk waren dat de bestuurder daarmee geen rekening hoefde te houden, is sprake van overmacht.

50%-regel en de resterende 50%

Wanneer de bestuurder van een motorrijtuig zich niet op overmacht noch op opzet of bewuste roekeloosheid van de fietser kan beroepen, komt in de relatie met fietsers van 14 jaar en ouder in elk geval 50% van de schade van de fietser voor rekening van de bestuurder. Dit is de zogenaamde 50%-regel. Ten aanzien van de andere helft van de schade is beslissend in hoeverre de gedragingen van de bestuurder en die van de fietser aan de schade hebben bijgedragen. Daarbij zal de bestuurder alleen meer dan 50% van de schade behoeven te vergoeden als zijn gedragingen in verhouding tot die van de fietser voor meer dan 50% tot de schade hebben bijgedragen, ofwel de in artikel 6:101 lid 1 BW bedoelde billijkheid een aangepaste verdeling eist.

Uitgangspunt is dat de verdeling van de resterende 50% van de schade over de bestuurder en de fietser plaatsvindt op basis van een causale verdeling en eventueel nog de billijkheidscorrectie. Om de causale verdeling te kunnen vaststellen, moet worden nagegaan in hoeverre de gedragingen van de bestuurder en het slachtoffer aan het ontstaan van het ongeval en de schade hebben bijgedragen.

Indien de fietser jonger dan 14 jaar is, geldt de 100%-regel. Dit betekent dat de bestuurder de volledige schade vergoedt, ongeacht eventuele eigen schuld van het kind.

Heeft u vragen over letselschade na een fietsongeval? Neem dan gerust vrijblijvend contact op met letselschade advocaat mr. J.M. Keizer. Hij is te bereiken onder nummer 072 511 40 32 (keuzeoptie: 6) of per e-mail: keizer@ckh-advocaten.nl.

Meer informatie?

Heeft advies of meer informatie nodig over dit onderwerp? Neem dan gerust en vrijblijvend contact op met CKH Advocaten.

Naam(Vereist)

Deze blog is geschreven door

Gerelateerde berichten