Schending van portretrecht: pas op met foto’s van ex-werknemers!

Schending van portretrecht: pas op met fotos van ex-werknemers!

 

Social media zijn in Nederland (en in de rest van de wereld) niet meer weg te denken en zijn voor veel ondernemers ook onmisbaar geworden in hun marketingactiviteiten. Het gebruik van social media neemt jaarlijks nog steeds toe, zodat het ook niet verwonderlijk is dat ondernemers daarop inspelen. Met hulp van het personeel proberen ondernemers via social media hun klanten beter te bereiken om zo hun diensten/producten te kunnen promoten of om nieuw personeel te werven. Kortom, werkgevers zetten hun eigen werknemers in om de onderneming meer op de kaart te zetten. Niets mis mee zou men zeggen. Dat klopt.

Alleen kijk uit met het plaatsen van een ‘onschuldige’ foto van een werknemer in bijvoorbeeld een brochure of op een website. Zeker bij een ontslag is het belangrijk om als werkgever te controleren of er wel toestemming is gegeven om gebruik te (blijven) maken van de foto van de ontslagen werknemer. Zonder dat u het doorheeft, kunt u zich namelijk als werkgever schuldig maken aan schending van het portretrecht van een werknemer. Met betaling van een schadevergoeding tot gevolg én de verplichting om de betreffende foto te verwijderen. Denk dus goed na bij het regelen van een dure fotoshoot en/of het laten drukken van een kostbare brochure. Straks zijn alle investeringen voor niets geweest, terwijl het makkelijk te voorkomen is.

Schending en schadevergoeding
Een goed voorbeeld is een recente uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. In deze zaak had een werknemer medewerking verleend aan een professionele fotosessie als onderdeel van de reclameactiviteiten van de werkgever en het samenstellen van een folder. Kort daarna is de werknemer uit dienst getreden en gaan werken voor een concurrent. De folder was al in de maak en is uiteindelijk ook gepubliceerd, waaronder dus de foto’s van de inmiddels ex-werknemer. De ex-werknemer sommeerde vervolgens de ex-werkgever om de betreffende foto’s te verwijderen en vorderde daarnaast een schadevergoeding. Ondanks het feit dat de werkgever de foto’s direct had verwijderd, moest er toch een schadevergoeding aan de werknemer worden betaald. De werkgever heeft naar oordeel van de rechtbank niet gecontroleerd of de werknemer instemde met het gebruik van de foto’s na uitdiensttreding. Vanwege het uitblijven van deze controle, is het portretrecht van de werknemer geschonden en is onrechtmatig handelen van de werkgever een gegeven. Hoewel er het nodige op de uitspraak en met name de beoordeling valt af te dingen, is een waarschuwing voor werkgevers wel op zijn plaats bij gebruik van foto’s van (ex)werknemers.

Waarschuwing en toestemming
Als er bijvoorbeeld voor marketingdoeleinden zogenaamde portretten gemaakt moeten worden van werknemers, is er in beginsel toestemming nodig om deze te mogen openbaren. Niet alleen de toestemming van de fotograaf, maar dus ook van de werknemers. Deze toestemming kan anders liggen als de opdracht voor het maken van de portretten is gegeven door de werkgever. Vaak is dit laatste het geval en werkt de werknemer daar meestal aan mee. Maar ook dan is publicatie niet zonder meer geoorloofd en dient er een redelijk belang te zijn. Wanneer de werknemer destijds heeft meegewerkt aan het maken van de foto’s, kan dit impliciet een toestemming met zich brengen. Overigens is deze toestemming wel enigszins begrensd en moet het voor de werknemer wel allemaal te voorzien zijn qua gevolgen. Voorzichtig valt uit de rechtspraak op te maken dat het voor een werknemer in ieder geval niet te voorzien is dat de foto’s ook na een eventuele uitdiensttreding gebruikt (blijven) worden. Het is dan ook aan te bevelen dat er voorafgaand aan de marketingactiviteiten, de gevolgen en het redelijke belang met de werknemers worden besproken en dat de gegeven toestemming wordt vastgelegd. Daarnaast doen werkgevers er verstandig aan om bij een uitdiensttreding na te gaan of er via welk medium dan ook enige schending zou kunnen zijn van portretrecht en zo ja, of daar dan toestemming voor gegeven is.

Wilt u meer advies over dit onderwerp? Neemt u dan vrijblijvend contact op met mr. J.W.L. Vader, advocaat arbeidsrecht of een van onze advocaten op het gebied van intellectueel eigendomsrecht. De heer mr. J.W.L. Vader is bereikbaar via telefoonnummer 072 – 511 40 32 (keuzeoptie 3) of per e-mail: vader@ckh-advocaten.nl.

 

Meer informatie?

Heeft advies of meer informatie nodig over dit onderwerp? Neem dan gerust en vrijblijvend contact op met CKH Advocaten.

Naam(Vereist)

Deze blog is geschreven door

Gerelateerde berichten