Wanneer is sprake van een (on)geoorloofde publicatie?

Wanneer is sprake van een (on)geoorloofde publicatie?

In een eerder blog schreven wij over de vraag of het is toegestaan om te filmen in het openbaar. Naar aanleiding van een opvallende uitspraak van de voorzieningenrechter Midden-Nederland over de publicaties van Gordon op social media, wordt in dit blog nader ingegaan op de vraag in hoeverre het is toegestaan om bepaalde uitlatingen te doen op social media. In beide gevallen staan namelijk het recht op de vrijheid van meningsuiting en het recht op privacy tegenover elkaar. Hoe wordt daarmee omgegaan?

Gordon en zijn publicatie op social media
Op 23 april 2018 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland een opvallende uitspraak gedaan over de uitlatingen van zanger en presentator Gordon over zijn ex-vriend op social media. Wat was er aan de hand?

Gordon en zijn ex-vriend hebben enige tijd een verhouding met elkaar gehad. Op 11 en 12 februari 2018 heeft Gordon de relatie kenbaar gemaakt op social media tot groot ongenoegen van zijn ex-vriend. Volgens de ex-vriend was namelijk nooit sprake van een affectieve-, seksuele- en/of liefdesrelatie. Enige tijd nadat de relatie openbaar werd gemaakt op social media, heeft de ex-vriend een kort geding tegen Gordon aangespannen.

In het kort geding werd door de ex-vriend aangevoerd dat Gordon bewust het onjuiste en voor de ex-vriend schadelijke bericht in de publiciteit heeft gebracht dat zij een wederzijdse affectieve, liefdesrelatie of seksuele relatie hadden. De ex-vriend stelde bovendien dat door plaatsing van de berichten inbreuk werd gemaakt op zijn portretrecht en zijn privacy werd geschaad. Gordon bracht daar tegenin dat zijn posts op social media over zijn relatie met de ex-vriend niet onrechtmatig waren en binnen de grenzen van de vrijheid van meningsuiting vallen. Kortom, in deze zaak ging het om een botsing van het recht op privacy en de vrijheid van meningsuiting.

Recht op privacy en vrijheid van meningsuiting
Bij de beoordeling of een publicatie wel of niet geoorloofd is, maakt de rechter een afweging tussen enerzijds het recht van de betrokken persoon op eerbiediging van de eer en de goede naam (het recht op privacy) en anderzijds het recht op vrijheid van meningsuiting (waaronder dus het plaatsen van berichten op social media) en het recht om vrijelijk contact te hebben met een ieder.

Welk recht zwaarder weegt, hangt af van de omstandigheden van het geval. Dit houdt dus in dat er geen pasklaar antwoord te geven is op de vraag wanneer het recht op privacy zwaarder weegt dan het recht op vrijheid van meningsuiting en vice versa.

Uit de omvangrijke jurisprudentie blijkt in ieder geval dat de volgende omstandigheden van belang zijn:

  • De aard van de gepubliceerde uitlatingen en de ernst van de te verwachten gevolgen voor degene op wie die uitlatingen betrekking hebben

Een publicatie kan een ernstige beschuldiging of verdachtmakingen bevatten, waardoor de betrokken persoon op ernstige wijze kan worden aangetast in zijn geloofwaardigheid, integriteit en reputatie. Dit kan een publicatie onrechtmatig maken, zeker indien deze publicatie verstrekkende en schadelijke gevolgen heeft voor de betrokkene.

  • De ernst – bezien vanuit het algemeen belang – van de misstand die aan de kaak wordt gesteld

Sommige publicaties stellen een misstand aan de kaak. Zo willen (onderzoeks)journalisten fraude, oplichting en andere malversaties aan het licht brengen. Aan de andere kant geldt dan weer dat geroddel niet altijd een algemeen belang dient.

  • De mate waarin de uitlatingen steun vinden in het beschikbare feitenmateriaal ten tijde van de publicatie

Uit de jurisprudentie volgt dat de mate waarin de uitlatingen steun vinden in het beschikbare feitenmateriaal een belangrijke factor is. Zo zal een publicatie in een serieus tijdschrift of krant eerder onrechtmatig zijn, indien de uitlatingen niet of onvoldoende zijn onderbouwd met feiten.

  • De totstandkoming en de inkleding van de uitlatingen

Ook de wijze waarop de uitlatingen worden gedaan zijn relevant. Zo zullen uitlatingen die worden gepresenteerd als meningen minder snel onrechtmatig zijn. Dit is simpelweg het recht op de vrijheid van meningsuiting. Daarbij geldt dan wel weer dat de vrijheid van meningsuiting niet mag gelden als een vrijbrief om onnodig beledigende uitlatingen te doen.

  • Het gezag dat het medium waarop de uitlatingen zijn gepubliceerd geniet

Media kunnen een bepaalde reputatie genieten. Het is daarom van belang om ook na te gaan wat de betrouwbaarheid en de kwaliteit is van het medium.

  • De maatschappelijke positie van de betrokken persoon

De mate waarin de betrokken persoon bekendheid geniet en een maatschappelijke positie heeft, kan bijdragen aan de nieuwswaarde van de publicatie. In dat geval kan nieuws over een maatschappelijk relevante persoon van algemeen belang zijn.

  • De mate van waarschijnlijkheid dat, ook zonder de publicatie via de pers, in het algemeen belang het nagestreefde doel langs andere, voor de wederpartij minder schadelijke wegen met een redelijke kans op spoedig succes bereikt had kunnen worden

In sommige gevallen kan het algemeen belang al worden gediend zonder de bewering in de publiciteit te brengen, bijvoorbeeld om eerst overheidsorganen op te hoogte te brengen van de misstand die aan de kaak wordt gesteld.

  • Hoor en wederhoor

Is de betrokkene voorafgaande aan de publicatie in de gelegenheid gesteld om te reageren op de publicatie? Dan is dit een aanwijzing voor de geoorloofdheid van de publicatie.

Conclusie
Hoe is het met de zaak van de ex-vriend van Gordon afgelopen? De voorzieningenrechter oordeelde dat het de ex-vriend niet is toegestaan om te ontkennen dat hij een affectieve en seksuele relatie heeft gehad met Gordon. Een belangrijke omstandigheid is immers de grote hoeveelheid WhatsApp-berichten waarop de posts van Gordon steun vonden.

De zaak tegen Gordon maakt maar al te goed duidelijk dat bij de beoordeling of een publicatie wel of niet geoorloofd is, veel feiten, omstandigheden en factoren tegen elkaar afgewogen moeten worden. Hoewel er in de rechtspraak gezichtspunten zijn geformuleerd, blijven de rechters per zaak beoordelen of de publicatie wel of niet toelaatbaar/geoorloofd is.

Heeft u meer vragen over (uw) posts op social media of wat u kunt ondernemen tegen een onrechtmatige publicatie? Neem dan contact op met onze privacy en mediarecht advocaat de heer mr. S.R. van der Boom op telefoonnummer 072 – 511 40 32 (keuzeoptie 2) of per e-mail: vanderboom@ckh-advocaten.nl.

Meer informatie?

Heeft advies of meer informatie nodig over dit onderwerp? Neem dan gerust en vrijblijvend contact op met CKH Advocaten.

Naam(Vereist)

Deze blog is geschreven door

Gerelateerde berichten