AI en het Portretrecht: juridische complexiteiten in een innovatieve wereld

AI en het Portretrecht: juridische complexiteiten in een innovatieve wereld

Onlangs heeft een nieuwszender in India, aangekondigd dat zij ‘Lisa’, een door kunstmatige intelligentie (AI) gegenereerde nieuwslezer, zal implementeren. Deze ontwikkeling, samen met enige angst onder Hollywood-acteurs dat AI in de nabije toekomst hun beroep zou kunnen overnemen, werpt interessante vragen op over het commerciële gebruik van portretten van individuen en hun recht op (redelijke) vergoeding.

AI en het portretrecht

Het portretrecht, gereguleerd in artikel 21 van de Auteurswet, biedt bescherming aan de geportretteerde tegen publicatie van zijn of haar portret zonder toestemming, als er een redelijk belang tegen publicatie bestaat. Dit zou bijvoorbeeld het geval kunnen zijn wanneer een portret commercieel wordt gebruikt, wat mogelijk in strijd is met de privacy en/of commerciële belangen van de betrokkene.

Hoe verhoudt dit recht zich echter tot door AI gegenereerde gezichten? Met behulp van een omvangrijke verzameling foto’s kan AI immers patronen en kenmerken leren en vervolgens nieuwe, fictieve, maar ook op bestaande mensen gebaseerde gezichten genereren.

Technisch gezien zijn deze gegenereerde gezichten veelal nieuw en uniek, zelfs als ze zijn gebaseerd op bestaande foto’s. Men zou kunnen argumenteren dat, omdat door AI gegenereerde gezichten de identiteit van een specifiek individu niet direct weergeven, er geen inbreuk op het portretrecht plaatsvindt.

Tegelijkertijd zou de mogelijkheid, dat AI gezichten genereert die zeer sterk lijken op die van bestaande personen, tot juridische complicaties kunnen leiden. Hoewel de wetgeving deze technologische mogelijkheid niet specifiek aanpakt, is er een kans dat sterke gelijkenis kan worden beschouwd als een inbreuk op het portretrecht, vooral als er commerciële belangen meespelen.

Max Verstappen / Picnic als leidraad?

Zo heeft de Hoge Raad bijvoorbeeld in haar arrest van 22 april 2022 bepaald dat het gebruik van een ‘lookalike’ van Max Verstappen door bezorgdienst Picnic – in lijn met eerdere rechtspraak – als gebruik van het portret van een ander kan worden beschouwd. Op basis van dit arrest kan worden geconcludeerd dat bij sterke gelijkenis met een bestaand persoon, de publicatie van het ‘portret’ niet zonder meer mag plaatsvinden.

In de context van door AI gegenereerde gezichten, zou dit arrest kunnen betekenen dat als een AI-gegenereerd gezicht sterk lijkt op een bestaand persoon, en dit gebruikt wordt (voor commerciële doeleinden) zonder toestemming van die persoon, dit ook als een schending van het portretrecht zou kunnen worden gezien. Dit zou het geval kunnen zijn, zelfs als het AI-gegenereerde gezicht niet exact hetzelfde is als het originele gezicht, maar voldoende overeenkomsten vertoont om herkenbaar te zijn voor het publiek.

Hoewel AI-gegenereerde gezichten technisch gezien unieke creaties zijn, kan hun gelijkenis met bestaande personen leiden tot dezelfde soort associatie als bij het gebruik van een ‘lookalike’. Dit geldt natuurlijk des te meer voor bekende personen met een verzilverbare populariteit, zoals acteurs en nieuwspresentators. Het fenomeen van AI-gegenereerde gezichten brengt dan ook een intrigerende paradox met zich mee. En juist hier ligt de kern van het portretrecht en de uitdagingen waarmee het wordt geconfronteerd bij de opkomst van AI-technologie. Heb je advies of begeleiding nodig bij deze uitdagingen? Onze specialisten op het gebied van kunstmatige intelligentie (AI), mr. Damian Bons en mr. Yegor Ridley, staan voor u klaar.

Aarzel niet om contact met ons op te nemen om uw specifieke situatie te bespreken. We kijken ernaar uit om samen met u te navigeren door dit boeiende en uitdagende juridische onderwerp.

Meer informatie?

Heeft advies of meer informatie nodig over dit onderwerp? Neem dan gerust en vrijblijvend contact op met CKH Advocaten.

Naam(Vereist)

Deze blog is geschreven door

Gerelateerde berichten