Onrechtmatig gebruik van foto werkneem(ster) door oud werkgever, mag dat zomaar?

Mag een werkgever de foto’s van een medewerk(st)er gebruiken in een wervingscampagne, door onder meer de foto’s te gebruiken op bestelbusjes en flyers, voor reclame-uitingen op social media, en de website van de werkgever? De rechtbank Amsterdam heeft zich recent hierover uitgelaten. Wat was er aan de hand?

De feiten

Een medewerkster van Picnic neemt op verzoek van Picnic deel aan een fotoshoot voor promotiedoeleinden. Voorafgaand aan de fotoshoot tekent zij een verklaring (quit claim), waarin het volgende is opgenomen:

’Bij deze verklaar ik geen bezwaar tegen openbaarmaking van beeldmateriaal gemaakt tijdens een Picnic shoot waarin ik herkenbaar in beeld kom. Ik verleen hierbij ook toestemming voor het gebruik van het beeld en/of tekstmateriaal door Picnic B.V. ten behoeve van promotiedoeleinden. Dit zal uitsluitend gebeuren binnen de beschikbare promotiekanalen van Picnic B.V. Voor ander of afzonderlijk gebruik van mijn bijdrage buiten het verband van deze productie, zal de producent mijn toestemming vragen en dienen te verkrijgen.’

Als vergoeding voor haar medewerking krijgt de werkneemster een geringe tegenprestatie, te weten: dubbel salaris voor de met de fotoshoot gemoeide uren en een reiskostenvergoeding (totaal € 150,-).

Ruim twee jaar later worden de foto’s door Picnic gebruikt voor reclame-uitingen, onder meer op Facebook, op flyers, als pop-up advertentie op verschillende websites van derden, op YouTube, op haar website en die van de zusterorganisatie in Duitsland en (met meer dan levensgrote stickers) op de door haar gebruikte bestelbusjes in Nederland en Duitsland. Hiervoor heeft Picnic niet afzonderlijk toestemming gevraagd aan de werkneemster. Wegens het succes van de campagne betaalt Picnic aan de werkneemster een extra vergoeding van € 500,-.

Picnic verwijdert de afbeeldingen van de medewerkster van bestelbusjes in Nederland nadat ze bezwaar maakt. Daarmee is ongeveer een maand gemoeid geweest. Verder staakt Picnic het gebruik van het portret van de werkneemster op internet, social media en haar eigen communicatiekanalen, met uitzondering van een video op TikTok die nog een paar maanden online is geweest. De zusteronderneming van Picnic in Duitsland betaalt aan de medewerkster uit eigen beweging € 2.500,- en haalt de stickers met het portret van de medewerkster van de bestelbusjes af.

Vordering werkneemster

De werkneemster vordert (kort samengevat) bij de kantonrechter voor recht te verklaren dat Picnic inbreuk maakt op haar portretrecht en dus onrechtmatig jegens de werkneemster handelt. De werkneemster verzoekt om Picnic te veroordelen om dit onrechtmatig handelen te staken en gestaakt te houden op straffe van een dwangsom en vordert schadevergoeding, met veroordeling van Picnic in de kosten van het geding.

De werkneemster geeft aan dat haar ten tijde van de fotoshoot slechts is medegedeeld dat haar portret zou worden gebruikt voor een kortlopende wervingscampagne van nieuwe medewerkers op Instagram. Daarover heeft zij nooit meer iets vernomen. Ruim twee jaar later blijkt ineens dat Picnic op grote schaal foto’s van de werkneemster gebruikte. Daarvoor heeft de werkneemster geen toestemming gegeven. De omvang van het gebruik staat voor de werkneemster niet vast. Zij sluit niet uit dat haar portret nog steeds niet overal volledig is verwijderd. Met name door het gebruik van haar portret op de bestelbusjes heeft de werkneemster last en hinder ondervonden, omdat zij daardoor tegen haar wil door derden wordt geassocieerd met de boodschappendienst van Picnic.

Met het niet overeengekomen grootschalige gebruik van het portret van de werkneemster maakt Picnic inbreuk op haar portretrecht en haar persoonlijke levenssfeer. Van een rechtvaardiging daarvoor is geen sprake, nu dit gebruik een louter commercieel doel dient. Het gebruik is volgens de werkneemster ook onrechtmatig, omdat Picnic de AVG schendt.

Verweer Picnic

Picnic voert (kort samengevat) aan dat de medewerkster vrijwillig heeft meegewerkt aan de fotoshoot en toestemming heeft gegeven voor het gebruik van haar portret. Daarbij is door Picnic niet gezegd dat dit gebruik beperkt zou blijven tot een kortlopende wervingscampagne op Instagram. Campagnes verschijnen nooit alleen op Instagram. In de door de werkneemster ondertekende quit claim is die beperking ook niet vermeld. Nadat de werkneemster bezwaar had gemaakt tegen het gebruik van haar foto op de bestelbusjes heeft Picnic de foto’s zo spoedig mogelijk onverplicht verwijderd. Ook in Duitsland zijn de foto’s inmiddels verwijderd. In Frankrijk is de foto van de werkwerkster nooit gebruikt. De medewerkster heeft volgens Picnic geen redelijk belang bij haar vordering. Zij lijdt geen schade, althans is daarvoor al geldelijk gecompenseerd.

Oordeel rechtbank

De rechtbank gaat niet mee in het verweer van Picnic.  De medewerkster heeft (mede) gezien de tekst van de door haar ondertekende quit claim geen toestemming gegeven voor het grootschalige gebruik dat Picnic (pas veel later) van haar foto’s heeft gemaakt. In elk geval niet voor de meer dan levensgrote stickers op bestelbusjes en al helemaal niet op bestelbusjes buiten Nederland. Dat kan in ieder geval niet worden begrepen onder “de beschikbare promotiekanalen van Picnic BV”. Dit gebruik was dus onrechtmatig. Anders dan een professionele acteur, die wordt ingehuurd voor een langdurige campagne voor bijvoorbeeld een supermarkt en daarvoor een navenante vergoeding ontvangt, heeft de werkneemster er geen rekening mee behoeven te houden dat zij door het grootschalig gebruik van haar portret voor het publiek mogelijk voor langere tijd met Picnic wordt geassocieerd. De kantonrechter acht immateriële schade als gevolg van het gebruik van het portret van de werkneemster dan ook voldoende aannemelijk.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat Picnic onrechtmatig inbreuk heeft gemaakt op het portretrecht van de werkneemster. Picnic is veroordeeld om aan de werkneemster een schadevergoeding te betalen van € 10.000, –. Ook is ieder verder gebruik van de afbeeldingen van de medewerkster verboden, op straffe van een dwangsom van € 1.000 per keer, tot een maximum van € 25.000.

Wordt u ook geconfronteerd met foto’s die door uw (voormalige) werkgever worden gebruikt voor promotiedoeleinden? Neem dan vrijblijvend contact op met advocaat mr. Gamze Göksen (goksen@ckh-advocaten.nl of 088-0117714).

Meer informatie?

Heeft advies of meer informatie nodig over dit onderwerp? Neem dan gerust en vrijblijvend contact op met CKH Advocaten.

Naam(Vereist)

Deze blog is geschreven door

Gerelateerde berichten