Wettelijke indexering alimentatie 2019

Wettelijke indexering alimentatie 2019

 

De wettelijke indexering voor het jaar 2019 is inmiddels bekend. De alimentatie wordt per 1 januari 2019 verhoogd met een wettelijke indexering van 2 procent. Dit geldt zowel voor kinderalimentatie als partneralimentatie. Het maakt hierbij niet uit of de alimentatie door de rechter is vastgesteld of dat deze in onderling overleg is overeengekomen.

In mijn praktijk komt het toch nog wel regelmatig voor dat mensen niet weten wat de wettelijke indexering bij alimentatie inhoudt. Toepassing van de wettelijke indexering blijft hierdoor dan ook nog wel eens uit.

Wat houdt wettelijke indexering bij alimentatie in?
Wettelijke indexering betekent dat alimentatie ieder jaar per 1 januari wordt verhoogd met een bepaald percentage. Dit percentage kan ieder jaar anders zijn en wordt vastgesteld door de Minister van Veiligheid & Justitie. Dat er ieder jaar geïndexeerd moet worden, is vastgelegd in de wet (artikel 1:402a BW).

Waarom wettelijke indexering bij alimentatie?
Er wordt vanuit gegaan dat in beginsel ieder jaar het inkomen stijgt. Maar daar tegenover staat dat het leven ook ieder jaar duurder wordt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de maandelijks te betalen huur (in geval van een huurwoning) of de te betalen premie ziektekosten. Om ervoor te zorgen dat alimentatie aansluit op een stijging van het levensonderhoud, is in de wet vastgelegd dat alimentatie ieder jaar wordt verhoogd. De hoogte van de wettelijke indexering is afhankelijk van de loonstijgingen.

Hoe bereken je het nieuw te betalen alimentatiebedrag?
Heel simpel. Voorbeeld: in 2018 bedraagt de te betalen alimentatie € 300,– per maand. Dit bedrag moet in januari 2019 met 2% worden verhoogd: € 300,– x 1,02 = € 306,– per maand.

Wat als toepassing wettelijke indexering achterwege is gebleven?
Zoals vermeld, komt het nog wel eens voor dat mensen de toepassing van de wettelijke indexering achterwege hebben gelaten. Dit kan omdat mensen zijn overeengekomen om de wettelijke indexering uit te sluiten. Dit is toegestaan. Maar het kan ook zijn dat mensen niet bekend zijn of waren met de wettelijke indexering. In dat geval kan de ontstane achterstand maximaal tot 5 jaar terug alsnog geïncasseerd worden. Indien de alimentatieplichtige de wettelijke indexering niet betaalt, dan kan het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) dit voor de alimentatiegerechtige incasseren. Dit kan alleen wanneer de alimentatie is vastgelegd in een beschikking (uitspraak) van de rechtbank of in een notariële akte. Wanneer de alimentatie in onderling overleg is overeengekomen en niet is vastgelegd in een beschikking of notariële akte, dan kan de alimentatie niet geïncasseerd worden door het LBIO en zal de alimentatie eerst vastgelegd moeten worden.

Vragen? Uw alimentatieadvocaat weet raad. Indien u over dit onderwerp (de wettelijke indexering bij alimentatie) vragen heeft, neemt u dan gerust vrijblijvend contact op met advocaat mr. J.H.M. de Boer onder telefoonnummer 072 – 511 40 32 (optie 4).

Meer informatie?

Heeft advies of meer informatie nodig over dit onderwerp? Neem dan gerust en vrijblijvend contact op met CKH Advocaten.

Naam(Vereist)

Deze blog is geschreven door

Gerelateerde berichten