Franchiseformule; succes of probleem? Wetgeving aanstaande
Diverse partijen zijn groot geworden door het aangaan van een franchiseovereenkomst. Een sprekend voorbeeld daarvan is serie-franchiser en Quote 500-lid Gerard van den Tweel. Als franchisenemer van Albert Heijn groot geworden, doch zelf inmiddels financieel en pand ongebonden, aldus van den Tweel op BNR Nieuwsradio op 6 juni 2018. Een mooi succes.
Toch zijn er discussies over de verhoudingen tussen franchisegever en franchisenemer en het al dan niet bestaan van een ongelijk speelveld.
Op 6 juni 2018 kopt de financiële Telegraaf “Hema wordt geen Bema” en “Franchisers sta-in-de-weg bij overname”.
Het blijkt dat de Belgische investeerder Core Equity de overnamegesprekken definitief heeft afgebroken met de huidige eigenaar van de HEMA, Lion Capital, na een al jaren slepende impasse rond e-commerce contracten met franchisenemers. In de ogen van de Belgen, zo meldt De Telegraaf, zijn de franchisecontacten niet meer uitgerust voor de huidige tijd. Complicerende factor is daarbij dat er al jaren een verstoorde verhouding schijnt te zijn tussen de HEMA-top en de franchisenemers-vereniging Aangesloten Bedrijven Hema (VAB).
De macht
De vraag doemt dan ook op wie uiteindelijk de macht heeft. De franchisegever of de franchisenemer? Duidelijk is dat er voor het aangaan van de franchiseovereenkomst goede afspraken moeten worden gemaakt over allerlei belangrijke onderwerpen, waaronder bijvoorbeeld de online-verkopen en de verdeling van de opbrengst daarvan (kwestie HEMA).
Het is in het algemeen de franchisegever die de voorwaarden stelt en de piketpalen slaat, maar ook de franchisenemer heeft als ondernemer een vinger in de pap, zeker als de franchisenemers zich collectief organiseren.
Van den Tweel is groot voorstander van het wettelijk verankeren van de verhoudingen tussen franchisegever en franchisenemer. Er moet een eerlijke verdeling zijn, hetgeen nu nog niet altijd het geval is.
Nederlandse Franchise Code (NFC)
De Nederlandse Franchise Code (NFC) is een zelfregulerende gedragscode in een poging oplossingen te creëren voor gesignaleerde knelpunten ter zake (het aangaan van) franchiseovereenkomsten. De NFC bevat 26 bepalingen. Deze bepalingen hebben betrekking op verplichtingen van de franchisegever en de franchisenemer. De NFC heeft draagvlak bij de franchisenemers, maar wordt door franchisegevers niet (altijd) toegepast. Deze code is derhalve geen wettelijke bepaling en dus niet af te dwingen in geschillen tussen franchisenemers en franchisegevers.
Een mogelijke oplossing zou zijn dat de code wettelijk verankerd zou worden. Het blijkt echter dat er geen overeenstemming is tussen franchisegevers en franchisenemers over de NFC.
Wetgeving over franchising
Nu overeenstemming ontbreekt tussen partijen heeft de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat aangekondigd wetgeving te maken inzake franchising. Nog voor het einde van 2018 zou dit gereed moeten zijn.
De bedoeling van de wet is vooral de positie van de franchisenemer te versterken, waarbij wettelijke regels worden opgesteld voor hoe franchisegever en franchisenemer met elkaar om moeten gaan. Vier deelgebieden spelen daarbij een rol, zoals blijkt uit de brief van 28 mei 2018 van de Staatssecretaris aan de voorzitter van de Tweede Kamer:
“… Dit betreft de precontractuele uitwisseling van informatie, de tussentijdse wijziging van een lopende franchiseovereenkomst, de beëindiging van de franchisesamenwerking en het overleg tussen de franchisegever en zijn franchisenemers “.
Dat dit een uitdaging wordt in de praktijk moge duidelijk zijn. Immers de belangen van beide partijen lopen niet (altijd) parallel. Dit wordt beaamd door de Staatssecretaris: “Daarbij zie ik mij geplaatst voor de uitdaging om effectieve bescherming te bieden waar deze nodig is om onbehoorlijke handelspraktijken tegen te gaan. Tegelijkertijd wil ik maximaal ruimte geven aan samenwerking tussen ondernemers waar deze op evenwichtige wijze het belang van alle betrokkenen dient”.
Precompetitieve/precontractuele fase
De Nederlandse Franchise Vereniging (NFV) heeft voor de nieuwe wet ook haar input gegeven. Zo vindt zij dat de precontractuele fase moet waarborgen dat de potentiële franchisenemer voor het sluiten van de franchiseovereenkomst adequaat wordt geïnformeerd en anderzijds dat deze zich door eigen onderzoek ervan vergewist dat hij weet wat zijn rechten en plichten zijn op het moment dat hij zich aansluit bij een franchiseorganisatie. Onderdeel van de wet zou een bezinningsperiode moeten zijn van tenminste 14 dagen.
Beëindiging van de samenwerking
Bij aanvang van de franchiseovereenkomst maken partijen afspraken aangaande de beëindiging van de franchiseovereenkomst, zodat dit voldoende inzichtelijk is voor de franchisenemer.
Uitgebreide informatieplicht
Verder wordt de franchisegever verplicht om de kandidaat franchisenemer in heldere taal uitgebreid te informeren over tal van onderwerpen: de financiële afspraken, de concept-franchiseovereenkomst inclusief toelichting/uitleg, de kandidaat kan de financiële positie van de franchisegever opvragen, et cetera. Als de franchisegever geen vestigingsplaatsonderzoek en/of financiële prognose heeft dan is de franchisegever verplicht om in ieder geval anoniem gemaakte financiële gegevens te verstrekken van bestaande en indien mogelijk vergelijkbare vestigingen. Als er in de afgelopen vijf jaar op hetzelfde adres een eerdere franchisevesting van de formule is geëxploiteerd dan is de franchisegever verplicht om te informeren over de omzetgegevens van die vestiging.
Betere bescherming franchisenemer
De aangedragen suggesties voor de nieuwe wet zijn vooral ingegeven om de franchisenemer nog beter te beschermen. De wet zal een groot aantal verplichtingen scheppen voor de franchisegever. Er wordt een level playing field gecreëerd. Of de zogenaamde macht van de franchisegever hierdoor beperkt wordt, zal de praktijk moeten uitwijzen.
Huidige situatie
Vooralsnog zullen we het moeten doen met boek 6 van het Burgerlijk Wetboek inzake het algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht, de genoemde code en de geldende jurisprudentie. Franchisenemers en franchisegevers wachten met smart af. Al zal die laatste groep de Staatssecretaris alle tijd gunnen.
Heeft u vragen over franchise en/of ervaart u zelf moeilijkheden als franchisegever of franchisenemer? Neem dan contact op met onze gespecialiseerde advocaten, zijnde de heer mr. C. Hofmans en/of de heer mr. K. Meijer. Mr. Hofmans is bereikbaar op telefoonnummer 020 – 792 01 22 of per e-mail: hofmans@ckh-advocaten.nl, mr. Meijer is bereikbaar op telefoonnummer 072 – 511 40 32 of per e-mail: meijer@ckh-advocaten.nl.